Sowieso weer tijd voor iets. Doch niet onder mijn tags schermjongen, surfboy of lief. Ik heb mijn plaats elders gevonden. In Zuilen welteverstaan. Op de hoek van een straat. De straat van een zoon van een Duifje. De straat van een voormalig minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Een minister ver onder de Balkenendenorm. Hij was slechts een stuiver waard.
Ik verknip mijn verleden als digitale guru en zet mijn schaar nu in ‘t haar van een ander. Zodat mijn blonde lokken immer de langste zijn. Mijn eigen haren hebben een vrijbrief tot continue groei. Slecht sporadisch zeg ik: ‘Ho!’ Dan mag het mes erin. We maken er gelijk een kinki middag van.
Als kapper heb ik nu eindelijk alles onder controle. Ik ben mezelf de baas. Immer aanwezig. Zelfs bij een afwezigheid die schittert. Nooit wordt de gedachte aan mij door mijn kapsters afgekapt. Ze openen en sluiten met Jinne in het hoofd. Ze hebben de sleutel tot mijn hart. De liefde is wederzijds.
Ze zijn de reden dat ik er weer ben.