Schoot wakker uit een val dwars door een oppervlak.
Heb me geschoren om het hondje uit te laten
en warempel, er lag ijs, één nacht, kattenluikzwak.
De val was een droom. Toch was ook hij sprong.
Ik wist: er komt een wak en heb me laten – krak -
maar wist ik in mijn droom van die mij droomde?
Suspect vertrouwen. Heb mij uit mijn leven laten glijden
zó het zwarte water oude wanhoop in voorgoed -
en gleed mijzelf in, mijn opgeschrikte nee nee ik -
één dag ijs, beginzindun, het is exact wat jou nu houdt.
Een mooi gedicht. Niet ván mij. Pennenvrucht van Willem Jan Otten. Wel vóór mij. Welkom kadootje van de sint.