
Het tuinhok. Een plek waar alleen stoere mannen, dobberend in zeeën van tijd, zich nog durfden te verschansen. Of in ieder geval hun hout. Daar kon immers wel een fikkie mee gestoken worden of beter zelfs: wat mee worden gebouwd. Een paar paaltjes werden een commune. Centraal wonen in het klein. Totdat het begon te kriebelen. Tijd om er wat aan te doen.
Handen werden aangeworven. Mails werden verstuurd. Het tuinhok werd opgeruimd, geverfd, gerold, behangen en gesaust. Harken, scharen en bezems; ze hangen als trofeeën aan de wand. Stoelen in de hoek, gestapeld of ontstapeld, ze zijn voorbereid op een groot publiek. Wat we nog missen zijn de kwasten, rollers en lege blikken verf. Helden van het laatste uur.
Op de openingsavond laat het modderpaadje nog sporen na van wat eens het tuinhok was. Echter het bruin dat we binnen zien, is het bruin van chocola. Het tuinhok verworden tot een plek die men slechts op sokken betreden mag. Een mondaine ligplaats met kopjes groene thee, meergranen biscuits en ’s winters een dekentje tot ver over de knie. Doch de sfeer is open. In gedachte is iedereen erbij. Ook voor flinke tankers is er een plek gereserveerd.
In de voorleesstoel zit de pater tabulatum paradiso, onze eigen Jan. Hij breekt een letter om er meer te laten volgen. Gerold over een tong gezoet door rozijnen en noten gevangen in een dikke laag cacao. Inspiratie uit drukwerk en boeken. Gevonden in de bieb, in geschenken, tussen het Onkruid of domweg op de plee.
Men leest voor. Men draagt voor. Men oreert, selecteert, doceert, consumeert, verzint, luistert, dicht. Een klik – verbinding – contact. Met boven. De plaatselijke tuinJan (Wolkers, red.) aan de lijn. Een onderbreking in zijn zoektocht naar zinnen, egels en torretjes in het wolkengras.
Verhalen kort, lang, mager, vet. Een garnaal met mayo. Een huis vol slappe thee. Woede van Rushdie en een gloed op ons gelaat door de dromen in ons hoofd. Tussen de bomen, in de bomen of van een boom als huurder in een huis. Al kan die boom de huur van het tuinhok wel vergeten: We hebben het potdomme net opgeruimd!
Opgeruimd en verruimd. Het tuinhok is geopend. Een avond is geslaagd. Het hart van de Klopvaart klopt weer zoals het moet. Geen noodoplossing. Geen bypass. Het heeft meer weg van een geheel nieuw exemplaar. Nu er goed en gezond van leven, zodat een nieuw doktersbezoek aan dokter Jan en zijn charmante assistenten niet meer hoeft.
Dit verslag verscheen ook in De Klopper.