Archive for the ‘writing’ Category

We used to wait


2012
06.07

atlanta_meisje_bank2

We wachten
We kreunen
We steunen
Op de auto, rollator, muur
We wachten
Op de centen
Op die ene
Op dat heimelijke van thuis of een vlucht er ver vandaan
Wacht
Hij komt
Zoals altijd
De golf die ons het wachten doet vergeten

Mijn foto’s die deze tekst begeleiden in het kader van de cursus Digitale Fotografie II zijn zondag 10 juni van 2 tot 4 te zien bij CREA. Als ook de foto’s van mijn medecursisten.

Komt dat zien!

Het laatste avondmaal


2011
02.07

markt marrakech

Aan de scheurkalender van 2010 hangen nog slechts twee velletjes. De maag is uitgerekt. Het kerstweekend laat zijn sporen na. In de projectruimte een man of veertig. Ze leggen een flinke bodem voor de nieuwjaarsbubbels van de dag van morgen. Het is duidelijk welk voornemen voor 2011 iedereen op zijn lijstje zetten kan.

In mijn eigen kerstweekend verloor menig boer nog een beest uit de stal en werd de zee wat ruimer voor de vissen die bleven. Nu worden de bambi’s in het woud beschermd door een diepe sloot soep, een stoere rij champignons en als je denkt alle hindernissen al gehad te hebben een explosief toetje toe.

Met een lepel in de soep en een neus in de warme dampen trekt men in de verhalen aan tafel naar de houten bankjes van een sauna. Met Ullrich zwetend in een kraakpand of Pelle bijna dood op straat na een nakende botsing met een naderende auto na een bezoek in het Noorden aan zo’n heet houten kot. In Lapland prijken sinds die dag nieuwe borden voor overstekend wild. Geen gewei meer in het midden van een rode waarschuwingrand, maar de kale bol van Pelle met daarbij de kreet: ‘Päs öp!’

Op ons bord prijkt na de soep een Overvechtse gele flat aan aardappels met kaas. Geflankeerd door die stoere champignons, beschermers van het vlees. Zelfs met vijf grote mannenmonden en met Marjoke erbij de creativiteit van een vrouw van stand moeten we ons voor het geheel slopen van deze muur toch gewonnen geven.

De wetenschap wat nog komen gaat. Uit de Allerhande een knallend slot. Gevuld met cake en witte chocola. Slechts te ontmantelen door delicate mondjes. Vrouwenmagen met een plekje vrij. Na de Bom Blanche ploft de broek van zelfs de grootste eter tevreden en verzadigd open.

De lepels krijgen een likje van de tong, een liefkozend kopje en laten zich daarna gewillig baden in ecologisch sop. Voor zij die blijven resteert een laatste keuze: Film 1, film 2 of toch een vertrouwde duik in een warm eigen huis.

Het lot heeft moeite met beslissen dus ik ga voor optie 4. Ik treed toe tot de tipi in de tuin. De woorden rond het vuur worden gevangen in de blues. Ooh Klopvaart! Hallelujah! Kirsten schuift aan als eerste fan.

Om de stembanden voor wensen in het nieuwe jaar te sparen verlaten we om klokslag twaalf uiteindelijk toch de tent. In de projectruimte draait de projector een allerlaatste ronde. De film van 2010 is aan zijn end.

Dit verslag verscheen ook in De Klopper.

We hebben een tuinhokje in ons hart


2010
12.01

tuinhok

Het tuinhok. Een plek waar alleen stoere mannen, dobberend in zeeën van tijd, zich nog durfden te verschansen. Of in ieder geval hun hout. Daar kon immers wel een fikkie mee gestoken worden of beter zelfs: wat mee worden gebouwd. Een paar paaltjes werden een commune. Centraal wonen in het klein. Totdat het begon te kriebelen. Tijd om er wat aan te doen.

Handen werden aangeworven. Mails werden verstuurd. Het tuinhok werd opgeruimd, geverfd, gerold, behangen en gesaust. Harken, scharen en bezems; ze hangen als trofeeën aan de wand. Stoelen in de hoek, gestapeld of ontstapeld, ze zijn voorbereid op een groot publiek. Wat we nog missen zijn de kwasten, rollers en lege blikken verf. Helden van het laatste uur.

Op de openingsavond laat het modderpaadje nog sporen na van wat eens het tuinhok was. Echter het bruin dat we binnen zien, is het bruin van chocola. Het tuinhok verworden tot een plek die men slechts op sokken betreden mag. Een mondaine ligplaats met kopjes groene thee, meergranen biscuits en ’s winters een dekentje tot ver over de knie. Doch de sfeer is open. In gedachte is iedereen erbij. Ook voor flinke tankers is er een plek gereserveerd.

In de voorleesstoel zit de pater tabulatum paradiso, onze eigen Jan. Hij breekt een letter om er meer te laten volgen. Gerold over een tong gezoet door rozijnen en noten gevangen in een dikke laag cacao. Inspiratie uit drukwerk en boeken. Gevonden in de bieb, in geschenken, tussen het Onkruid of domweg op de plee.

Men leest voor. Men draagt voor. Men oreert, selecteert, doceert, consumeert, verzint, luistert, dicht. Een klik – verbinding – contact. Met boven. De plaatselijke tuinJan (Wolkers, red.) aan de lijn. Een onderbreking in zijn zoektocht naar zinnen, egels en torretjes in het wolkengras.

Verhalen kort, lang, mager, vet. Een garnaal met mayo. Een huis vol slappe thee. Woede van Rushdie en een gloed op ons gelaat door de dromen in ons hoofd. Tussen de bomen, in de bomen of van een boom als huurder in een huis. Al kan die boom de huur van het tuinhok wel vergeten: We hebben het potdomme net opgeruimd!

Opgeruimd en verruimd. Het tuinhok is geopend. Een avond is geslaagd. Het hart van de Klopvaart klopt weer zoals het moet. Geen noodoplossing. Geen bypass. Het heeft meer weg van een geheel nieuw exemplaar. Nu er goed en gezond van leven, zodat een nieuw doktersbezoek aan dokter Jan en zijn charmante assistenten niet meer hoeft.

Dit verslag verscheen ook in De Klopper.

Moeten mannen met baarden zijn…


2009
10.05

Thomas Dybdahl

Het laten groeien van een baard. Voor velen een bron van creativiteit. Het prikt. Het kriebelt. Leidraad tot wat moois. Voor mij slechts kriebels op mijn kin. Kriebels op mijn wang. Doch met mijn gelaat weer glad blijft ook mijn blog nog kaal. Geen zwarte draden die uit mijn toetsenbord schieten. Schrijven wil even niet. Alsof de grote drie die nog moet komen, toch al is gearriveerd.

De kadans van mijn werk, slechts doorbroken door het ritme van muziek. Muziek van mannen met baarden. Mannen met namen: Thomas, Patrick, Kjartan en soms ook Mauro. Mannen die zingen. Met in hun handen een gitaar of onder hun vingers glanzende toetsen wit en zwart. Ze kleuren mijn leven en vullen nu op mijn blog het lege gat.