Jaren geleden kwamen ze in vrede. Ze deden het werk wat wij niet wilden doen. Ze dronken thee groener dan de melange van de Britten. Lekkerder bovendien. Achterlijk als wij waren hadden we er pas jaren later notie van. De tweede lichting Marokkanen had reeds een pen gevonden en gaf zichzelf een rol op papier. Om zo te kunnen exceleren op tv en op het witte doek. Ze waren niet meer de ezels van vroeger en zaten er niet meer op. Ze rijden nu op scooters. Al staan de eigendomspapieren vaak op naam van Jan, Piet of Klaas.
Voor wat hoort wat zou je kunnen zeggen. Onze theeboeren Douwe en Uni slaan vandaag de dag munt uit de thee die de hunne was. Zij krijgen als dank bij tijd de beschikking over een scooter of een tas.
Voor dat offer ben ik met louter een kopje thee niet tevreden. Theeleut ben ik zeker, maar door dat kruidige vocht knort mijn maag extra en schreeuwt om meer. Tijd dus om Marokko zelf te ontdekken. Om te achterhalen wat ze achterhouden. Welke Westerse verveling we kunnen vervangen door Marokkaanse eigenaardigheid.
Zo ben ik morgen niet alleen bepakt met een tas waarmee ik de Nederlandse monotonie goed kan dragen, maar ook een met zak waarmee ik de Arabische originaliteit (lees: ezel of kameel) vangen kan. Zodat ik me half april weer fris en onbevooroordeeld door het Nederlandse landschap laat leiden.