Over jeugdhelden gesproken. Ze komen. Ze gaan. Doch zo veel liever er eentje verpieterend achter de ovens, dan er eentje in. Al zal Wacko Jacko, extravert als hij was wel voor een begrafenis zijn gegaan. Uitsluitsel van een huid verbrand en donker wederom. Alsnog een plekje op de Neverland Ranch. Een plekje voor hemzelf. In een potsierlijk graf, met daarop een knoepert van een steen en natuurlijk Bubbles mee (leeft die trouwens nog? Zo niet, doe dan Macaulay Culkin maar).
Ik baal diep in de nacht des te dubbel. Niet dat ik kaarten had voor een der concerten over het Kanaal. Ging immers al 21 jaar gelee. Hangend in de toenmallige hekken van de Kuip. Destijds ook al zo onbehangen bij een Feyenoord zonder succes van enig soort. Ik toen 8, Michael 29. Ik nu 29, Michael nooit meer.
Balen in tweevoud. Vanwege een shirt van Belgische makelij. Een maat te groot. Zoals vele van Michael’s neuzen. Dat wilde ik niet, zoals Michael zijn neuzen niet blieven kon. Had ik het toch maar wel gedaan. Had ik het shirt maar geaccepteerd zoals het was. Dan ging Michael morgen nog voorop in de strijd. Klopte mijn hart dubbel voor ons allebei.
Wat nu rest is een operatie. Een achterafje op het net. Doch de echte Michael krijg ik er niet meer mee terug, slechts vijf Michaels in alle soorten en maten (de ironie) op een shirt.
Doei Michael! Vergeet niet onderweg naar boven een wandelinkje op de maan te maken. Je weet hoe het moet.