Archive for May, 2009

Het licht blijft branden…


2009
05.31

vuurtoren

Ik piep er tussen uit. De plek achter mijn laptop is straks niet gevuld met mijn nu nog witte billen. Jinne heeft namelijk vakantie nodig. Om zijn billen te bruinen. Mits de stranden zo verlaten zijn zoals Flickr me belooft.

Een week niet surfen op het wereldwijde web, maar eindelijk eens op de golven van de Atlantic. Om de moves te maken passend bij mijn haar.

Doch, schrijven zal ik ook! Daar, daar en daar.

Zodat er bij ook terugkomst weer een golf van posts mag zijn voor de surfers van mijn blog.

Ik druk Mr. T op het hart


2009
05.25

A-team

Niet zo lang geleden. Mijn neefje was de verwondering over de afritsbroek net voorbij. Hij stapte over van broek naar shirt. Naar een der hoofdrolspelers daar. Prijkend op mijn borst. Het neefje bekeek mijn shirt nog eens goed en vroeg zich af: “Prijst die zwarte meneer nu niet allemaal ovens aan?”

B. A. Baracus, Mr. T of Laurence Tureaud. Zoals alleen zijn familie hem nog kent. Chaffeur van het karakteristieke busje. Zwart met de rode streep. Een bolide van het merk GMC. Een bij tijd handig feitje, opgeslagen in mijn eigen brein. Dat van een freelance quizeditor. In opdracht van Himes. Voor alle autoquizzers van Nederland een vraag, voor mij een euro waard.

Het verval van een hardman. Een held. Al van de blingbling voordat er rappers bestonden. Een neger niet van stoere praatjes, maar vooral van stoere daden. Zelfs mijn zus liet de dolfijnen van het Dolfinarium links liggen toen B.A. en zijn matties in Harderwijk, of all places, landden.

Nu land ik mijn televisie snel op een ander kanaal als Mr. T verschijnt. Om mijn tranen te vermijden. Om te vergeten dat mijn jeugd langzamerhand verloren gaat. Gezond zal hoogstens voor even het salaris zijn dat op Mr. T’s giro strandt. Vertrouwen in de gezondheid van de oven doe ik niet. Een muur doorbreken? Mr. T krijgt het, na het nuttigen van een ovenmaaltijd, niet meer voor elkaar. Maaltijden bakken allicht niet meer aan, maar wat is Mr. T nou zonder donker randje?

Dus het wordt tijd dat ik naar Harderwijk ga. Weer zoals vroeger. Ik, met de borst vooruit. Mr. T voorop. Deze keer stappen we niet uit een heli. Nee, gewoon uit een Ford Ka. Doch ik zing wel op mijn hardst: Ta-ta-ta-ta taa-taa-taa! Dat stoere mannen nooit verplicht in de keuken moeten staan!

Michels & Co


2009
05.13

michels

De zoektocht naar een trainer. Nieuw en fijn van stof. Met een cv gevuld. Veel voller dat dan van mij. Gevuld met prijzen. Goede referenties overal. Die trainer wil worden van wespennest Ajax boven alles. Bovenal.

Geen Co voor mij. Al veroordeeld door zijn eigen naam. Die van slechts de assistent. Het aanhangsel erbij. Een man te nimmer aangezien voor heel. Via Louis kwam ie binnen, ooit. Doch de beste plaats naast die platte neus is vergeven nu. Ingenomen door een vrouw. Een vrouw met trefwoord Truus. Niet langskomend bij een bel: “He trainer, kan je helpen? Effe, nu, zo.”

Mijn stem zou voor Michels zijn. Een zoon van god. Nog voordat hij ‘t grasveld voor het laatst met befaamd vleugelspel verliet. Ik blaas hem nieuw leven in. Nee, ik deed ‘t al! Ik, Rinus, samen. Onze tegenstander hapt naar adem. Onze eigen speler naar een prijs. Onze baby naar een sneetje koek. Peijnenburg. Van wat als een ode aan een trainer begon is nu in een commercial voor ontbijtkoek verzandt.

Voetbal. Commercie. Geen plek voor mij. Niet in het exclusieve assortiment der succesvollen. Niet in de reeks der Euroshoppers. Jinne onhoorbaar tussen vreugdemijmeringen over Johan, Rinus en Louis. Doch wel hoorbaar op het internet. Als de man die Rinus deed. Voor even. Met gevoel. Mijn stem. Ik was Rinus!

Twitteren met Doornroosje


2009
05.02

doornroosje

Het sprookje van de prins, het witte paard en oranje prullaria. Ruw verstoord door een Japanner van klein formaat. Ongewild opgevoerd en afgeserveerd. Nu niet eens door een boze heks. Zo een (on)gezegend met een wrat op neus, bezem onder haar gat en een puntige muts met knak op haar kruin.

Ook niet door familie. Schoon en eng. Vastgeketend zoals zij zijn, door voormalig chef van land en keuken, Kok. Vastgetekend aan het land van herkomst. Het land van Patagonië, Cvitanich en beef Chimichurri.

Doch door een ‘gewone’ sprookjesfigurant. Smetteloos blank. Slechts door zijn lengte zo bij tijd opvallend tussen dwergen, elfjes en kabouters. Zo hadden de gebroeders Grimm het toch niet bedacht? Ongewild een thriller en tranentrekker van lectuurformaat. Met open eind. Zelfs De Cock, gewapend met een fles cognac, komt er niet uit.

Gelukkig weet ik dat sommige sprookjes nog wel bestaan. Verder gaan. Kilometers verwijderd van plaats delict voegt Doornroosje zich bij mij. Ontwaakt uit haar diepe slaap. Ontsnapt, voor even, aan alle sparende klanten van Albert Heijn. Liever wil ze immer(s) bij mij zijn. Om mijn dag koninklijk oranje en liefdelijk roze te kleuren in plaats van bloedrood en Suzuki-zwart.

‘s Avonds kus ik haar tot ziens. Slapen immers op een werkdag doet zij het liefst nog alleen. Zoals de mensen haar kennen. Zodat het volk het sprookje krijgt dat het wil. Doch soms zo ondertussen stuur ik haar een sms en vraag: “Als de mensen zoveel van je houden, waarom twitter je dan niet?” “Ach Jinne, het mogelijke succes van Twitter is een sprookje. Doch ken je klassiekers. In ieder sprookje is er maar één prins (en soms een oger genaamd Shrek).”

En zo sliepen ze nog lang en gelukkig.